De gemeente Texel heeft regels vastgesteld voor het inwonersberaad, elders ook bekend als burgerberaad. Bewoners krijgen meer stem bij het vaststellen van beleid.

Het idee van zo’n inwonersberaad stond voor het eerst in het nieuwe coalitieprogramma van GroenLinks, PvdA en Texels Belang. Dat beraad moet onderzoeken wat de inwoners van Texel willen op het gebied van klimaat en energie.

Het inwonersberaad moet geen goedkoop inspraakstuntje zijn, en wordt dus zorgvuldig voorbereid, eerst door het stellen van algemene regels voor zo’n beraad. Daarbij gaat het om representativiteit van de deelnemers, het type onderwerp en de wijze waarop de gemeenteraad zich bindt aan de uitkomst van zo’n beraad. Voor die representativiteit is bepaald dat minstens 60 inwoners de conclusies van het beraad moeten opstellen. En als die uitkomst voldoet aan de randvoorwaarden die de gemeente van tevoren opstelt, dan geldt het principe: de gemeenteraad neemt die voorstellen over.

‘Het is een stevig instrument dat we niet voor een wissewasje inzetten. We hopen ook dat we van het eerste burgerberaad over de energievoorziening op Texel veel zullen leren’, aldus GroenLinksraadslid Henry Soyer.

Heel belangrijk zijn de randvoorwaarden die de gemeenteraad aan zo’n inwonersberaad oplegt: je wilt voorkomen dat zo’n beraad met aanbevelingen komt die de gemeenteraad al op voorhand niet ziet zitten, en tegelijk moet zo’n beraad wel voldoende ruimte hebben om met eigen voorstellen te komen. ‘We zullen de kaders voor het eerste beraad over de energievoorziening heel nauwgezet moeten bepalen’, aldus Soyer. Want juist als het gaat om windenergie of zonneparken is de Texelse gemeenschap en de politiek sterk verdeeld.

Verantwoordelijk wethouder Rikus Kieft (GroenLinks) komt begin volgend jaar met de kaders voor dat inwonersberaad. Dan zal blijken in welke mate de gemeenteraad ruimte wil geven aan de bewoners om met eigen voorstellen te komen.

VVD, CDA en Hart voor Texel gaven aan niets te voelen voor het inwonersberaad. ‘We zien de meerwaarde ervan niet’, zo verwoorde Nick Ran fractievoorzitter van de VVD.